Bob Visser, 50 jaar zweefvliegbewijs bij de ZCNOP!

Bob Visser, 50 jaar zweefvliegbewijs bij de ZCNOP!

Op ons veld en op de bijbehorende camping is Bob altijd een graag gezien lid. Hij praat nog steeds als een rasechte Amsterdammer, maar woont al lange tijd in Purmerend. Hij heeft een goed gevoel voor humor en vind het niet erg om je van alles over het zweefvliegen en zijn ervaringen met het zweefvliegen te vertellen. Zijn verhalen zijn bloemrijk en je wordt er helemaal in mee getrokken.

Bob is dit jaar, 2023, maar liefst 53 jaar lid bij onze vereniging en heeft op die manier heel veel meegemaakt op en rond ons veld De Voorst. Hij vertelt dat het allemaal is begonnen toen hij voor zijn dienstplicht bij de luchtmacht het onderhoud op de Dakota’s mocht doen. Dat is anno 2023 natuurlijk alleen al iets om over te dromen, dat waren nog eens iconische kisten! Bij de luchtmacht kon je toen, zo vertelt Bob, in het weekend zweefvliegen. Hoewel hij dit heel interessant vond, heeft hij het toen toch links laten liggen, vanwege zijn verkering. Jaren later echter, 30 jaar oud, met ondertussen een gezin, vroeg een kennis hem op De Voorst om daar eens te komen kijken. Toen hij daar een vlucht met de DDI kon maken op een K7, was hij verkocht. In 1971 werd hij lid en in 1973 had hij zijn brevet te pakken. Vanaf dat moment is hij alleen nog maar lid van de ZCNOP gebleven.

Dat hij een goede vlieger was en vaak lang ‘wegbleef’, was ook opgevallen bij de instructeurs en het bestuur. Daarom dat hij gevraagd werd om instructeur te gaan worden. Dit zou hij blijven doen tot in 2010 en zo heeft hij heel wat mensen enthousiast weten te maken voor het zweefvliegen. Het was in die tijd naar zijn zeggen, vaak erg druk op een vliegdag. Soms was er een opkomst van wel 25 mensen die natuurlijk allemaal wilden vliegen. Daarom waren er twee instructeurs die elk een halve dag les gaven om de druk een beetje te verdelen.

Al met al heeft Bob bijna 5000 vluchten gemaakt, waarvan sommige nog vers in zijn geheugen zitten. Verhalen over spannende buitenlandingen en ontmoetingen met verraste ‘locals’, of gitzwarte regen- en onweerswolken die hij net op tijd wist te ontwijken, daar geniet hij van. Maar op de vraag wat hij nou zo leuk vind aan onze club, is het resolute antwoord: ‘de gemoedelijkheid’ en het ‘ouwe jongens krentenbrood’-gevoel. ‘En dat is nog steeds zo’.

Het is duidelijk, Bob heeft het naar zijn zin bij de ZCNOP en wij als leden hopen dat hij nog lang bij ons kan blijven vliegen!